Love Being a 70’s Child
Lana Wolf
‘Love Being a 70’s Child’… is het liedje, dat ik een paar jaar geleden schreef, om mijn liefde voor de muziek uit de jaren 60 en 70, te uiten en te bejubelen.
Om iets van mijn euforische en kinderlijk enthousiasme te snappen over deze muziekperiode (en de uitlopers van de jaren 70), moet ik je meenemen naar mijn slaapkamer, in het kleine dorp waar ik opgroeide.
School was niet mijn favoriete bezigheid. Iedere dag zodra de bel luidde, rende ik zo hard ik kon terug naar huis, om vervolgens na een groot glas Ranja, naar boven te stuiven. Daar stond mijn kleine oranje platenspelertje op mij te wachten. Het krakerige op gang komen van de toeren en de ietwat muffige lucht van mijn moeders single-bak, brachten mij binnen een minuut in hogere sferen.
Mijn moeder, een fervent single-verzamelaar, had voor mijn geboorte (1975), dozen vol met singles gespaard. Van de ene hield ik iets meer, dan van de andere… Zo konden The Shoes mij niet bekoren, maar vond ik ‘She Likes Weeds’ van Tee Set een hoogstandje voor die tijd. Zo had ik twee bakken gemaakt. Één met de ‘Chirpy chirpy cheep cheeps’ soort platen en één bak, met wat volgens mij de goede platen waren!
Ik had echter een probleem… in 1975, na mijn geboorte, hield het ineens op… Dus moest ik zelf op zoek met de weinige middelen, die we in die tijd hadden. Mijn spaarpot ging ondersteboven en met 8 gulden op zak, fietste ik naar de plaatselijke platenboer, om daar mijn eerste singletje ‘Purple Rain’ van Prince te kopen. Nú hoor ik vooral veel galm en delay, maar voor toen kon ik huilen van de schoonheid, die dit liedje bevatte.
Ik hoor je al denken: “Lana, wat heeft dit te maken met de jaren 70?” Nou, daar voor moet ik weer even terug! Iedere vezel in mijn lijf heeft altijd al om muziek, als voedingsbron geschreeuwd. En zeker als kind ben je ontvankelijk voor alles wat er op je afkomt. Zo hadden mijn ouders op een dag Linda Ronstadt op staan (1980 uitgezonden door HBO), ik was nog geen 5 jaar oud, maar deze stem greep me.
Met haar engelachtige klanken van het nummer ‘Faithless Love’, wist ik zeker, dat dit het allermooiste was, dat ik ooit had gehoord in mijn leven. Zij is de reden dat ik zangeres ben geworden. Niet alleen werd ik gegrepen door Linda, maar ook door haar muzikanten. Op piano zat bijvoorbeeld Billy Payne. Hiervan zou ik later ontdekken dat hij in een bandje speelde genaamd Little Feat. Met als frontman, de veel te vroeg overleden, Lowell George.
Vroeger was het veel moeilijker dan nu, om achter informatie te komen, of laat staan te koppelen. Dat deed ik door op een vrije dag, over rommelmarkten te lopen en de platenbakken door te schuimen. Later was ik ook vaak te vinden in de platenzaak van Rens Pols en de Free Recordshop in Zwolle. Iedere muzikant, arrangeur, producer, tot aan de fotograaf toe, op de albumhoes werd nageplozen en opgeslagen op mijn harde schijf. Later zou ik bij mijn radioprogramma ‘Het Uur van de Wolf’, nog heel veel plezier hebben van al deze parate kennis.
Eigenlijk kwam ik door Linda Ronstadt terecht bij haar vriendenclubje: Bonnie Raitt, Joni Mitchell, The Eagles (die begonnen als haar begeleidingsband), James Taylor, The Flying Burrito Brothers, The Byrds, Neil Young, Dolly, Emmylou en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Ik weet nog goed dat ik de plaat ‘Linda Ronstadt – Don’t Cry Now’ had gekocht (nog steeds mijn favoriete Linda album). Het was een warme nazomermiddag, ik zette de plaat op, hard genoeg zodat ik het buiten kon horen, ging op de grond tegen de muur van het huis zitten en keek naar boven. Er kwam een vliegtuig over, ik dagdroomde dat ik op een dag naar Amerika zou gaan, om daar muziek te maken met al deze waanzinnige muzikanten…
Op de achtergrond zong Linda: ‘I Can Almost See It’. Waar ik ook ga, ook als het soms moeilijk is in de muziekindustrie, altijd is dit liedje bij me, als een soort mantra… Toen ik jaren later in Nashville liep en mocht werken met een aantal van de beste muzikanten ter wereld, begon dit liedje weer te spelen in mijn hoofd…
Gepubliceerd in het boek:’Zuchten van de Ziel‘, oktober 2020.